Op mijn nogal steile en kronkelende 0n3 bergtraject is behoefte aan een kleine stoomlocomotief, die in staat moet zijn om enkele rijtuigen met toeristen te vervoeren naar het hoog gelegen restaurant en uitkijkpunt. Uit een vooronderzoek op het WWW en uit de selectie van aldaar gevonden foto's kwam een twee-assige Porter naar voren als beste kandidaat. Het model met de dikke zadeltank sprak mij wel aan. Van de onderstaande foto van een LGB model ga ik dan uit, maar afwijkingen zullen er zeker in de loop van het ontwerpproces ontstaan. Liever had ik een foto van een echte Porter gehad, maar uiteindelijk zal mijn model ook maar een model zijn en dus veel hierop gaan lijken.
Ook keek ik naar maten en wat gegevens die Porter publiceerde in lang vervlogen jaren. De daaruit berekende schaal afmetingen waren voor mij wat aan de kleine kant en ik heb mijn model daarom bewust wat breder en iets langer gemaakt. Dat geeft voor mij het gevoel van smalspoor ten opzichte van mijn standaard spoor beter weer. Anders heb ik de indruk met twee verschillende schalen te werken. Door de krappe bogen en tunnels moet het materieel echt wel smaller en korter zijn dan het standaard spoor materieel.
Ik teken alles met het programma DesignSpark Mechanical. Daar kan ik goed mee overweg en wil eigenlijk geen ander programma. Helaas kan dit programma geen tekst in de tekening verwerken, maar ik kan wel zonder die tekst. Maten kunnen wel worden weergegeven in de tekening.
Wellicht is het leuk om te laten zien hoe zo'n ontwerp door mij getekend wordt.
Ik kies mijn 0 punt (XYZ) graag in het midden en op de hoogte van de bovenkant rail. Die rail zet ik er in om beter te kunnen beoordelen hoe het geheel er uitziet. Daarna baken ik de belangrijkste afmetingen af met een paar gestippelde hulplijnen die de lengte, breedte en hoogte vast leggen. Vervolgens begin ik met de wielen als schijven te plaatsen en werk zo met rechthoekige blokken of cilinders, die voor de belangrijke onderdelen staan naar boven. Die blokken maak ik enigszins transparant, dan kan ik zien wat er achter of er in zit.
Op deze wijze construeer ik de hele locomotief in hoofdzaken in elkaar. Hoofdzakelijk om de juiste verhoudingen te vinden en te zorgen niet voor verrassingen te komen bij het invullen van de latere details. Natuurlijk kan ik elk afzonderlijk onderdeel zichtbaar of onzichtbaar maken en zelfs hele groepen van onderdelen maken en kopiëren. Hoe meer afmetingen ik weet van de componenten, des te nauwkeuriger ik kan tekenen. Dat is belangrijk, want in de modelbouw is het altijd woekeren met de ruimte die je beschikbaar hebt.
Naar mate de 'bouw' vordert, verschijnen er meer en kleinere zaken.
Voor een goed overzicht van mijn 3D model heb ik het scherm onderverdeeld in vier vensters. Een groter en drie kleinere. In het grote hoofdvenster werk ik meestal en ook dat kan natuurlijk het model in elke positie weergeven en vergroten. De andere vensters worden simultaan door het programma bijgehouden, dus ook daar kan ik de veranderingen meteen zien. Meestal teken ik in een kleur groen, maar soms is het prettig om componenten een andere kleur te geven. Vaak doe ik dat als het onderdeel helemaal klaar is om aan te geven dat ik daar niet meer aan hoef te komen.
Zo werkt dat hier zo'n beetje. Telkens verbeter ik een stukje, net zo lang tot het een printbaar geheel is. Soms wordt er van onderdelen al vast een proefprint gemaakt, die mij moet helpen te bekijken of het allemaal past en werkt. Zo ontstaat het prototype locomotief en als alles gecontroleerd en goed bevonden is ga ik er dan enkele modellen van bouwen.
Zo ver zijn we nog lang niet.
Frits